Veiligheid

Stal:
Elke stal afscheiding of afrastering brengt risico’s voor verwonding met zich mee. Om vastzitten van lichaamsdelen te voorkomen wordt aanbevolen dat de afstand tussen verticaal geplaatste tralies niet mee dan 5 cm is en tussen horizontaal geplaatste tralies niet meer dan 17 cm. Deze aanbevelingen moeten gezien worden in relatie tot het individuele paard.
Daarnaast kan er gelet worden op:
- Uitsteeksels van >2cm.
- Spleten of ruimten waar het paard met het hoofd of benen in vast zou kunnen komen te zitten.
Dit geldt ook voor de weide en paddock.

Erf:
Het erf van de het bedrijf moet volledig afgesloten kunnen worden door omheining van minimaal één meter hoog. Wanneer een paard uitbreekt kan hij niet het erf af en daar de weg op lopen. Zo voorkom je gevaarlijke situaties. (Handboek veilig paardrijden)

Calamiteitenplan en vluchtplan:
Een calamiteiten en vluchtplan kunnen nuttig zijn wanneer er een noodsituatie is en de paarden geëvacueerd moeten worden. (Handboek veilig paardrijden)

Mestput:
Een verdiepte mestput dient, voor de veiligheid van mens en paard, afgezet te worden door een permanente en goedzichtbare constructie. De constructie dient minimaal één meter hoog te zijn. (Handboek veilig paardrijden)

Gladheid:
In de omgeving van het paard moet de mogelijkheid tot uitglijden voorkomen worden om de veiligheid van het paard te waarborgen. De vloeren op het bedrijf dienen opgeruwd te zijn zodat paarden er niet kunnen uitglijden.

Onregelmatige ondergrond:
In de omgeving van het paard moet een ongelijke ondergrond en gaten in de grond voorkomen worden om de veiligheid van het paard te waarborgen. Een kleine hoeveelheid onregelmatige zachte ondergrond is daarentegen juist gunstig voor de versterking van gewrichtskapsel en pezen en zorgt voor minder blessures bij het paard.

Stoten:
Het paard moet in zijn omgeving geen kans hebben om zich te stoten tegen het plafond of bij doorgangen.

Vluchtdieren:
Paarden zijn vluchtdieren en de kans is groot dat ze zich tijdens een schrikreactie verwonden als de omgeving daar niet op is aangepast.

Laag plafond

Scherpe randen

Bron: Handboek veilig paardrijden